De keuring

Om elektrische arbeidsmiddelen veilig te kunnen gebruiken schrijft NEN 3140 een periodieke inspectie van de elektrische arbeidsmiddelen voor. De keuring omvat een visuele inspectie en een inspectie door meting en beproeving. Verder dient er een sluitende aantoonbare administratie van de arbeidsmiddelen te worden bijgehouden.

Visuele controle

Voor aanvang van de meting dient een elektrisch arbeidsmiddel visueel te worden gekeurd. De NEN 3140 spreekt hierbij over de volgende keuringspunten:

  • De mechanische toestand is in orde, rekening houdend met vocht, vuil en corrosie;
  • Beschermings- en aardingsleidingen zijn niet onderbroken;
  • Hulpmiddelen, bedieningsorganen, contacten, schakelaars en relais alsmede waarschuwingsborden en aanduidingen zijn in goede staat;
  • Aansluitleidingen of verplaatsbare leidingen zijn niet beschadigd of ondeugelijk gerepareerd;
  • Vrije ruimten en vluchtwegen bij schakel- en verdeelinrichtingen zijn goed toegankelijk;
  • Het elektrische arbeidsmiddel is bereikbaar voor bediening, onderhoud en inspectie;
  • Er zijn geen tekenen aanwezig die wijzen op een te hoge temperatuur;
  • Beveiligingstoestellen juist zijn gekozen en correct afgesteld en worden periodiek gecontroleerd volgens de aanwijzingen van de fabrikant;
  • Er zijn voldoende trekontlastingen aanwezig en leidingen zijn juist ingevoerd;
  • Contactstoppen en koppelcontactstoppen zijn niet beschadigd;
  • Er zijn geen mechanische of elektrische aanpassingen aangebracht, in het bijzonder in veiligheidsketens;
  • Het materiaal wordt toegepast overeenkomstig het ontwerp.

Meting en beproeving

In de norm NEN 3140 wordt gesproken over een minimaal aantal zaken welke beoordeeld moeten worden. Het betreft:

  • De weerstand van de beschermingsleiding;
  • De isolatieweerstand van het arbeidsmiddel;
  • De werking van de aardlekbeveiliging door bediening van de testknop;
  • De aanspreekstroom en -tijd van de aardlekbeveiliging;
  • De juiste werking van veiligheidscontacten en van elektrische en elektronische beveiligingsinrichtingen.

Administratieve verplichting

Zowel de Arbeidsomstandighedenwet, VCA en de NEN 3140 eisen dat van het keuringsproces een sluitende aantoonbare administratie wordt bijgehouden. Dit betekent in de praktijk dat nieuw en bestaand materieel geïdentificeerd dient te worden d.m.v. een uniek identificatienummer. Dit nummer, wat overigens een doornummering mag zijn, dient onuitwisbaar aangebracht te zijn. Methoden welke hiervoor kunnen worden toegepast zijn:

  • Graveren;
  • Aluminium labels welke gegraveerd zijn of voorzien zijn van slagletters;
  • Barcodes;
  • Chip.

De verdere administratie is praktisch vorm te geven door middel van een overzichtslijst waarin naast het identificatienummer, het merk, type, serienummer, de keuringsdatum, de keuringsnormen en de uiterste herkeuringsdatum is aangegeven. Verder wordt voor ieder gekeurd arbeidsmiddel een testcertificaat afgegeven en moet de keurmeester en de apparaattester waarmee de metingen zijn uitgevoegd vermeld zijn.